Kennisdeling

Hieronder vindt u een overzicht van publicaties, rapporten, presentaties, onderwijsprojecten en workshops vanuit de learning community van TROEF.

Lees verder

TROEF deelresultaat 10.1: Proposities van het Internet of Energy

Het doel van deelresultaat 10.1 is om te komen tot een businessplan voor het Internet of Energy (resultaatsgebied 10). Hierbinnen worden energiegemeenschappen met elkaar en anderen verbonden, zowel binnen als buiten TROEF. De blauwdruk uit resultaat 3.1 biedt hiervoor de basis en deelresultaten 7.1, 8.1 en 9.1 worden tevens meegenomen aangezien de Internet of Energy propositie voortbouwt op die van hen. Dit deelresultaat richt zich hierbij op de volgende klanten: TROEF-energiegemeenschappen (residentieel en utilitair) en niet-TROEF energiegemeenschappen. Voor elk van deze klanten zal in dit deelresultaat gekeken worden hoe de Internet of Energy waarde aan hun proposities toe kan voegen.

Lees verder

TROEF deelresultaat 5.1: KPI management & experiment ontwerp

Het doel van Resultaat 5 is het faciliteren van het uniform ontwerp van onderzoek dat binnen TROEF plaats vindt. Het is immers belangrijk dat de impact van interventies voor verhoging van de zelfconsumptie, energiebesparing en zelfvoorziening door verschillende stakeholders op een zelfde wijze wordt bepaald. Resultaat 5 richt zich daarom primair op het ontwerpen, borgen en evalueren van de projectprestaties. In deelresultaat 5.1 richten we ons op de definitie en berekening van de KPI's die binnen TROEF gebruikt worden.

Lees verder

TROEF deelresultaat 9.1: een waardemodel voor de mobiliteitssector

Het doel van dit deelresultaat is om inzicht te geven in de business modellen en de daarbij behorende waarde modellen voor elektrische mobiliteit binnen TROEF. De blauwdruk uit resultaat 3.1 is het uitgangspunt van dit resultaat. De uitkomst is een businessplan per propositie voor het faciliteren van elektrische (deel)mobiliteit in de lokale energiegemeenschap. Dit businessplan omvat een waarde model, een business model canvas, business case beschrijving en replicatiestrategie.

Lees verder

TROEF deelresultaat 8.1: een waardemodel voor de Utiliteit

Het doel van dit deelresultaat is te komen tot een specifiek waardemodel voor utiliteitgebouwen. De eerder gemaakte blauwdruk uit resultaat 3.1 is als basis genomen voor de uitwerking. Specifiek richt deelresultaat dit deelresultaat zich op het ontwikkelen van proposities voor gebouweigenaren, huurders , gebruikers en andere belanghebbenden in het nieuwe energie-ecosysteem op basis van (lokale)energie-uitwisseling, het benutten van energetische flexibiliteit én het aantonen van de (duurzame)herkomst van energie.

Lees verder

TROEF deelresultaat 7.1: een waardemodel voor de residentiële omgeving

Dit deelresultaat zet het kader neer voor de eerstvolgende stappen om tot nieuwe energieproposities in de residentiële markt te komen om woningen te verbinden in lokale energiegemeenschappen. Op basis van de huidige context binnen de residentiële markt wordt duidelijk dat TROEF als Energiepartner en TROEF als Lokale Energieregisseur vandaag de dag waarde toevoegen voor lokale energiecoöperaties, netbeheerders en projectontwikkelaars.

Lees verder

LIFF: methode om de waarde van het deelnemen aan TROEF gemeenschappen te kwantificeren

Paula Martinez Urios (TU/e) investigated novel methodologies to quantify the gains of participating in local energy communities. With the ‘levelized income from flexibility’ (LIFF) indicator, it is possible to quantify the benefit of ‘using the right energy at the right time’. Traditionally, we either have indicators that specify the amount of flexibility that is available from assets and/or indicators that quantify the financial benefit. Both types of indicators require complex modelling for specific devices and specific markets which makes them difficult to interpret or offers a single-sided conclusion for a specific case. LIFF can help TROEF to resolve this.

Potentie van slim laden op het Living Lab Bunnik

Eind Juli presenteerden studenten van het multidisciplinair Quest project hun eindresultaten voor de ‘Potentie van slim laden op het Living Lab Bunnik’. Zes studenten van het derde jaar van de opleidingen Werktuigbouwkunde en Technische Bedrijfskunde van de Hogeschool Utrecht werkten de afgelopen 20 weken samen om een advies te schrijven omtrent de potentie van slim laden en V2G. Dit advies is ondersteunt door een simulatie die inzicht geeft in de potentie van slim laden.

Investigating the energy flexibility of Dutch office buildings on single building level and building cluster level

Christina Papachristou demonstreert dat Nederlandse kantoren meer dan 14GWh aan flexibiliteit kunnen bieden aan het Nederlandse energienet. Dit alleen met het bufferen van thermische massa waarmee ook het temperatuurcomfort in de kantoren zelf verbetert kan worden. Flexibel afnemen van het net kan een grote rol spelen in de energietransitie. TROEF moet het mogelijk maken voor kantoren en gebouwen om deel te nemen aan het nieuwe energie ecosysteem.

Evaluating the potential value of energy flexibility deployment in an energy community - A case study in Bunnik

In deze master thesis heeft Roald de Bruijn beoogd de waarde te identificeren en evalueren die voortkomt uit de inzet van energie flexibiliteit. Gebruik is gemaakt van het BAM Living Lab in Bunnik waar de waarde van flex uit assets als een laadplein, een batterij en warmtepompen is onderzocht in verschillende uitgangspunten. Onder andere komt uit het onderzoek naar voren dat de situatie met flex uit alle assets het meeste waarde oplevert en opzichzelf de batterij het meeste waarde oplevert. Daarnaast levert een uitgangspunt waarbij PV-systemen het meeste overheersen t.o.v. wind energie de meeste waarde uit flex op.

Flexibility deployment of a heating system with a heat pump in residential towers - A case study on towers Stoker & Brander

In deze master thesis heeft Beatrix Bos onderzoek gedaan naar de waarde van de (potentieel) beschikbare energieflexibiliteit van een warmtepomp voor een case study van twee woontorens in Nederland. De thermische massa van de gebouwen wordt gebruikt om energie te bufferen om zo de energievraag te verlagen op momenten dat er netcongestie dreigt of wanneer de productie van hernieuwbare energie laag is. Een comfortabele binnentemperatuur is daarbij een strikte voorwaarde. De waarde van de energieflexibiliteit is onderzocht door middel van gedetailleerde energiesimulaties van de gebouwen in combinatie met een financieel waardemodel waarin verschillende toekomstscenario's worden vergeleken. In de scenario's wordt een grote onzekerheid meegenomen over de toekomstige prijzen op de energiemarkt. Desalniettemin laten de resultaten zien dat er tenminste 20% kan worden bespaard op de elektriciteitskosten voor de gebouwen.