Inmiddels is het TROEF Consortium een jaar officieel onderweg en samen hard aan het werk om de eerste tastbare resultaten op te leveren. Wekelijks wordt er met elkaar vergaderd, samengewerkt en stappen gezet om de TROEF concepten te bouwen en te ontwikkelen.Het consortium is opgedeeld in tien verschillende resultaatgroepen, elk met een eigen verantwoordelijkheid, doel, focus én iemand die het allemaal aanstuurt: de resultaatleider. Maar wie zijn dit nu precies, en waarom doen zij mee aan TROEF?

Het TROEF project wordt gevormd door verschillende partners en organisaties. Wat is jouw rol precies binnen TROEF, en hoe kijk je daar tot nu toe op terug?

Ik ben werkzaam bij BAM Energie & Water, de specialist van de Koninklijke BAM Groep op het gebied van ondergrondse infrastructuur. Vanuit Energie & Water ben ik, samen met mijn collega Maurice Nooijen, resultaatleider voor werkpakket 9 dat gaat over mobiliteit. Nu hoor ik je denken: wat heeft ondergrondse infrastructuur te maken met mobiliteit? Dat leg ik uit: bij Energie & Water plaatsen wij per jaar honderden laadpalen, die wij tevens aansluiten op het (publieke) energienet. Dit doen wij al geruime tijd, waardoor wij veel kennis en kunde hebben opgebouwd op het gebied van laadinfrastructuur en de relatie die het heeft met het energienet.

In werkpakket 9 gaan wij een andere visie op elektrische mobiliteit ontwikkelen. Niet die van ‘afnemer’, maar die van ‘leverancier van flexibiliteit’. Elk elektrisch voertuig heeft een accu, die we niet alleen kunnen gebruiken om het voertuig in beweging te zetten, maar ook om energie in op te slaan. Die energie kunnen we inzetten op het moment dat het nodig is, zodat we vraag en aanbod beter op elkaar afstemmen en het net in balans kunnen houden.

Tot nu toe ervaar ik TROEF als een grote ontdekkingstocht. Ik leer ontzettend veel over de complexe energiehuishouding van Nederland en zie veel kansen voor elektrische mobiliteit om hier een steentje aan bij te dragen. We hebben tot nu toe veel tijd gestoken in het definiëren van onze rol en het ontwikkelen van proposities, maar nu gaan we ook écht aan de slag en daar heb ik veel zin in.

Welke concrete stappen, klein of groot, heb je tot nu toe gezet die je al met ons kan delen?

Omdat de markt voor slim laden nog in de kinderschoenen staat, zijn we vooral bezig geweest met het ontwikkelen van de propositie. Hierin hebben we vragen beantwoordt als ‘hoe creëren we waarde?’, ‘voor wie creëren we waarde?’ en ‘hoeveel waarde creëren we dan precies?’. Ook hebben we gekeken naar het business model door vragen als ‘hoe generen we inkomsten?’, ‘welke partners hebben we nodig?’ en ‘hoe interacteren we met onze klanten?’ te beantwoorden. Daarnaast zijn we druk bezig om de proposities op korte termijn te testen in het Living Lab op het hoofdkantoor van BAM in Bunnik.

Hoe zie je het komende jaar (2022) TROEF groeien en ontwikkelen?

Ik denk dat 2022 vooral het jaar van testen en ontwikkelen wordt. We gaan dit jaar écht aan de slag met de praktijk. Dit maakt onze proposities alleen maar scherper en zorgt er hopelijk voor dat we met z’n allen in een positieve ‘vibe’ komen. Daarnaast hoop ik dat we elkaar weer vaker fysiek zullen ontmoeten, zodat we als team grote stappen vooruit kunnen zetten.

Wat vind je het leukste of interessantste aan werken aan de energietransitie?

Het feit dat we heel anders tegen onze energie huishouding aan moeten gaan kijken. De tijd van ‘alles kan’ is voorbij, we lopen tegen de limieten van onze planeet aan. Om ook in de toekomst onze staat van welvaart en welzijn te kunnen behouden, moeten we ons aanpassen. En als de mens zich moet aanpassen, dan komen juist de mooie kwaliteiten naar boven. Er ontstaan nieuwe samenwerkingsverbanden (waar TROEF een mooi voorbeeld van is), er wordt volop geïnnoveerd en we hebben goede gesprekken over wat we belangrijk vinden. Daarnaast draag ik graag mijn steentje bij om een systeem te kunnen creëren waarmee ook onze kinderen en kleinkinderen een (duurzame) toekomst tegemoet kunnen gaan.

Wie denk jij dat bij uitstek zou kunnen helpen bij de energietransitie/TROEF uitdaging en waarom?’

Ik denk dat goede ‘hulp’ voor de energietransitie zou kunnen komen uit onverwachte hoek, zoals bijvoorbeeld de kunst- en cultuursector. Ik denk dat we zowel binnen TROEF als binnen de samenleving gebaat zijn bij mensen die kunnen inspireren en verwonderen. Na een periode van lockdowns waarin we vanuit onze zolder-, huis- of misschien zelfs slaapkamer hebben gewerkt en met een lange transitie voor de boeg zijn we toe aan een nieuw verhaal dat ons energie en hoop geeft. Zoals het theaterstuk ‘De Zaak Shell’ bijvoorbeeld. Dit theaterstuk laat zien dat we het écht samen moeten doen. Als we vanuit ons ‘eigen’ belang blijven kijken, zal de energietransitie nooit van de grond komen. Dit theaterstuk is recentelijk ook verfilmd en nog steeds te zien via NPO Start (link). Een aanrader!